Fietsen is gezond voor u als eigenaar, maar ook voor uw trouwe viervoeter. Althans, als uw hond in de juiste gang met u naast de fiets loopt. Vaak wordt er gezegd, “hoe harder de hond loopt, des te beter. Dan slijten de nagels ook harder”. Niks is minder waar. In deze blog wordt er uitgelegd wat de juiste manier van fietsen is. Maar eerst leg ik uit welke manieren van voortbewegen er eigenlijk zijn.
We kennen een aantal manieren van lopen, namelijk de zgn. gangen:
De stap is een manier van voortbewegen, waarbij elk been apart van elkaar wordt bewogen en welke door honden alleen voor korte stukken gebruikt wordt. Wanneer de snelheid opgevoerd wordt kan dit overgaan in de telgang.
De telgang is een gang waarbij het linkervoor- en achterbeen naar voren beweegt en daarna het rechterbeen paar. De telgang kan met en zonder zweefmomenten voorkomen, afhankelijk van de snelheid waarmee de hond zich voortbeweegt. Maar waarom kiest een hond nu voor telgang? Dit hangt van een viertal zaken af:
Honden met een korte rug en/of lange benen hebben meer de neiging om in telgang te lopen. Een hond met een korte rug zal in een hoger tempo langer in telgang blijven gaan. Hierbij kun je een echte zweeffase onderscheiden.
Het gewicht van een hond heeft ook invloed op het ontstaan van de telgang. Een zwaardere hond verbruikt veel meer energie om van de grond los te komen bij een zweeffase dan een kleinere en/of lichtere hond. Zwaardere honden profiteren pas bij een hogere snelheid van de zweeffase dan een licht gebouwde hond. Hierdoor is de telgang voor een zwaardere hond iets langer rendabel.
Indien uw hond angstig naast de fiets loopt i.p.v. ontspannen, zal de hond een hogere spierspanning in zijn rug ervaren, waardoor de beweeglijkheid tussen de ruggenwervels beperkt wordt. Voor een goeie vrij draf is draaiing van de ruggenwervels noodzakelijk.
Alhoewel telgang voor de hond de makkelijkste manier van voortbewegen is, is het niet aan te raden naast de fiets. Dit omdat deze gang voor de hond niet lang vol te houden is.
Vooral met een harde ondergrond vangen de gewrichten van een hond veel klappen op. Tijdens de draf naast de fiets is het minder belastend. De draf zit tussen de stap en galopperen in. Tijdens de draf wordt steeds het diagonaal benenpaar gelijktijdig naar voren gebracht. Linksvoor en rechtsachter worden tegelijk opgetild en neergezet, afwisselend met rechtsvoor en linksachter. Wanneer de hond overgaat in galop, is dat een teken dat u te snel fietst. Galop is de snelste wijze van voortbewegen, waarbij het lichaam zich regelmatig in een zwevende toestand bevindt.
Zeer belangrijk is het als u start met fietsen om dit rustig op te bouwen. Tenslotte wil je blessures voorkomen en dat uw hond uitgeput raakt. Belangrijk om te weten is dat uw hond het tempo bepaalt naast de fiets. Het juiste tempo verschilt per ras/kruising en individu. Wanneer uw hond in draf gaat zal uw hond een betere bespiering krijgen in de achterhand en ook meer uitgrijpen in het gangwerk.
Ga nooit fietsen met je hond als het warmer is dan 20 graden. Honden kunnen namelijk veel minder makkelijk hun warmte kwijt raken dan mensen. Bedenk altijd dat het asfalt op kan lopen tot 55 graden. Hierdoor branden de zoolkussens van uw hond kapot. Zorg ook regelmatig voor afkoeling. Wanneer je hond tijdens een pauze de sloot in wilt, negeer dit niet. Het kan een teken zijn dat uw hond wilt afkoelen. Tijdens de warme dagen kunt u het beste voor de zonsopgang en later in de avond fietsen wanneer het koeler wordt en de luchtvochtigheid minder hoog is.
Laat uw hond altijd rechts van de fiets lopen. Houd zoveel mogelijk beide handen aan het stuur en houdt uw hond vast aan de lijn.